11 jan Beste Thomas Goorden,

We kennen elkaar uit het Antwerpse, waar u eerder actief was bij de Piratenpartij. Hoewel de totstandkoming van een partijprogramma bij de Piratenpartij een andere oefening is dan bij andere partijen, weet u net als ik goed hoe het werkt. Een partijprogramma is een momentopname van ambities. De teksten die u aanhaalt in uw betoog zijn van bijna van vijf jaar geleden. Wilt u mij op mijn merites beoordelen? Dan raad ik u aan ál mijn werk over burgerparticipatie en Oosterweel te lezen. Met de aanstelling van de intendant heeft mijn partij er alles aan gedaan om de burgerbewegingen maximaal te betrekken en bij te sturen waar mogelijk.
Nu, de recente feiten. Het populaire beeld van een democratie in diepe crisis is eerder mythe dan realiteit. Jammer voor de vele onheilsprofeten, maar het klopt simpelweg niet. Onze politieke en publieke instellingen functioneren meer dan behoorlijk. De grote meerderheid van de mensen waardeert dit ook. Het vertrouwen in politici en partijen is laag. Ja, dat in journalisten en de media is ook laag. In één beweging ook hen maar verketteren, afschaffen en vervangen? Natuurlijk is er veel ruimte voor verbetering, dat was ook de kern van mijn betoog. We hebben de taak om grondig na te denken hoe het anders en beter kan, hoe we politici en burgers samen beter laten besturen. Constructief, zonder mensen tegen elkaar op te zetten.
De burger anno 2017 is inderdaad klaar voor meer engagement. Het gevoel leeft dat de bestaande instrumenten ontoereikend zijn geworden. Het ‘Uber’ moment van de politiek. Defaitisme heeft weinig zin. Euforie ook niet. De disruptie in goede banen leiden, dat wel. Aanpassen aan veranderende context, en ruimte creëren voor experimenten. Politieke partijen zullen zich omvormen tot faciliterende en open platformen, die aansluiting zoeken bij het publieke debat en het mee vormgeven. Samen met de mondige burgers. Mijn voorzitter schreef jaren geleden al een boek met exact die boodschap, ‘de geëngageerde burger’. Vorig jaar organiseerde Open Vld een congres en platform waar niet-leden ideeën konden aanbrengen en verdedigen. Jammer genoeg hebt u die kans niet gegrepen, en zo interessante gesprekken over bijvoorbeeld het basisinkomen niet mee gekleurd. Onderschat toch ook niet de mobiliserende kracht van politieke partijen. Iedere week organiseren partijleden (in totaal toch nog 235.000 mensen in Vlaanderen, 60.000 voor Open Vld) tal van activiteiten in hun gemeente of stad. Ook dat is een vorm van burgerparticipatie, of telt dat niet mee voor u?
Ik waardeer uw poging van de Burgerlijst (Thomas Goorden is initiatiefnemer van de Burgerlijst), maar pas op dat het kind niet met het badwater weggooit. Ik probeer nuance en bescheidenheid te brengen in een belangrijk maar moeilijk debat. Ik hoop dat u die uitgestoken hand aanneemt, en constructief mee denkt over het samenspel tussen burgers en politiek. Het simplisme ‘politici zijn slecht, en burgers goed’ helpt ons geen meter vooruit. Integendeel. Het voedt alleen maar populisme. Alsof politieke partijen en hun programma’s het vleesgeworden kwaad zijn. Anti-politiek als de nieuwe religie. Tover de politici weg, en alle problemen zijn plots opgelost. Zoiets? Of mag het toch intellectueel net iets meer zijn?
De weg naar democratische vernieuwing loopt volgens mij langs drie evenwaardige sporen: betere verkiezingen, een sterker parlement, meer betekenisvolle burgerparticipatie. Alle drie betrekken ze burgers meer en beter bij het beleid, als een noodzakelijke aanvulling op de parlementaire democratie, niet als enige plaatsvervanger. We vinden een vrij gekozen parlement zo vanzelfsprekend dat we het onvoldoende naar waarde schatten. Tegenover de delegatie van macht aan politici staan zowel publieke verantwoording (aan de kiezers) als een focus op het algemeen belang. Wie neemt er nog beslissingen als burgerbewegingen lijnrecht tegenover elkaar staan? Die groep die het hardst roept? Ook de manier waarop we onze verkiezingen organiseren, en de manier waarop het parlement functioneert kan beter. Maar let op. Als je participatie belooft, moet je een goed werkende methode kunnen leveren en in de uitkomst kunnen realiseren. Het enthousiasme is precair. Wie geëngageerde burgers teleurstelt is draagvlak voor deze omslag meteen kwijt. Negeer dit niet, maar open je blik, en denk mee over hoe we ook onze parlementaire democratie beter kunnen maken en kunnen aanvullen.
Bovendien is de wens of drang van burgerparticipatie ook niet absoluut, zo blijkt uit onderzoek. Veel burgers willen meer inspraak. Ze willen dat politici meer en beter naar hen luisteren. Maar de steun is veel minder voor inspraak van burgers op alle wetten en beslissingen. Een regering van verkozen politici krijgt de voorkeur op een regering van referenda of experten. Burgers willen ook beslissingsmacht delegeren naar politici om hun job te doen. Wel verwachten ze van die politici dat ze de (mening van de) burgers ernstig nemen, de problemen aanpakken op een effectieve manier en vooral doen wat ze beloven en verkondigen. Burgers hechten ook veel waarde aan de competentie van politici: ze moeten weten waar het over gaat en moeten daadkrachtig kunnen optreden. Een ongebreidelde en onbezonnen introductie van burgerdemocratie kan een averechts effect hebben. De Amerikaanse staat California heeft dit aan den lijven ondervonden. Tal van referenda en burgerinitiatieven hebben de staat letterlijk aan de rand van het faillissement gebracht en tot regelrechte bestuurlijke chaos geleid.
Tenslotte zou ik u willen vragen om niet blind te zijn voor de vele goede initiatieven die op lokaal en Vlaams niveau genomen om politiek en burgers dichter bij elkaar te brengen. Lees mijn conceptnota burgerparticipatie, en vind in mij een bondgenoot richting meer transparantie. Trek mee aan de kar, in plaats van ze af te breken of te minimaliseren. Burgerparticipatie, en daar hebt u volkomen gelijk in, moet betekenisvol zijn (of zal niet zijn). Ik geloof vurig in de kracht van mensen die samenwerken. Hun bereidheid tot een constructief dialoog en hun inlevingsvermogen. Een van de belangrijkste taken voor mij als politicus, is het investeren en vertrouwen in mensen. Alles staat of valt met het ernstig nemen van burgers.
Eind deze week verschijnt het pamflet van de jonge Amsterdamse hoogleraar politicologie Tom van der Meer met als titel ‘Niet de kiezer is gek’. Ook hij concludeert op basis van feiten dat de parlementaire democratie niet in crisis is, maar goed functioneert. Het probleem is dat de verouderde bestuurscultuur, gedragen door de traditionele politieke partijen, niet langer aansluit bij de emancipatie van de kiezer. Een welkome ‘wake up call’ voor politici en partijen om dringend werk te maken van een cultuuromslag, om samen te besturen met hun burgers. Dat is waar ik voor ga en sta. Maar evengoed een ‘wake up call’ voor de zelfverklaarde participatieprofeten om te stoppen met hun negativisme en doemdenken. Constructief samenwerken met elkaar, niet elkaar tegenwerken. Medestanders zoeken binnen en buiten de politiek. Dat is de boodschap. Ik hoop dat ik op u kan rekenen.
Dit stuk is een reactie op de opinie die Thomas Goorden eerder schreef op de site van De Morgen: http://www.demorgen.be/opinie/burgerparticipatie-is-geen-programmapunt-meneer-schiltz-b45806c0/
Mijn conceptnota waar ik aan refereer, vindt je hier: http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2015-2016/g784-1.pdf