17 jun Democratische vermoeidheid of groeipijnen?

“De toekomst is onzeker”, zo luidt een vandaag vaak gehoorde boutade. Daar valt weinig tegen in te brengen. Dat cliché doelt er wellicht op dat we in turbulente tijden leven. Maar ook die zijn … van alle tijden. Meer nog: gedurende 99% van de geschiedenis had 99% van de mensheid geen enkele impact op de uitkomst van al dat turbulent geschud.
Pas de laatste 200 jaar is dit fundamenteel veranderd. Nooit eerder hadden zoveel mensen inspraak om de maatschappij mee te sturen. Dat komt door de geweldigste uitvinding aller tijden: de representatieve democratie. Die laat ons toe verschillende ideeën met elkaar te laten botsen. Elke legislatuur is op die manier een gecontroleerd experiment om daaruit de meest gedragen visie voor een betere toekomst te halen. Dat is de echte motor van vooruitgang, met als startpunt een gewaarborgde sokkel van fundamentele rechten en vrijheden.
De donkerste pagina’s van de voorbije 200 jaar zijn niet toevallig geschreven toen de democratie alsnog werd uitgeschakeld. Ongebreidelde manifestaties van macht liggen steevast aan de basis van de meest brutale onderdrukking van de menselijke beschaving. Neen, zonder georganiseerd meningsverschil gaat het niet noodzakelijk sneller vooruit. Het gaat dan meestal pijlsnel achteruit. Waar de burger het niet meer oneens kan of mag zijn met het beleid: dáár heb je pas een probleem.
Net daarom passen wij voor de vandaag populaire visie dat onze democratie in povere conditie zou zijn. Die “diagnose” past wonderwel in een geest van doemdenkerij die hoogtij viert, maar daarmee klopt ze nog niet. Het is een beeld dat vaak ontstaat door met de neus te dicht op de waan en vooral de wrevel van de dag te zitten. In wat men het ‘democratische vermoeidheidssyndroom’ noemt, zien wij de contouren van een zichzelf vernieuwende democratie. Dat komt met groeipijnen, ook al voelen die soms als artrose.
Het is niet omdat er méér meningsverschil is, dat er minder democratie is. Neem nu de ontzuiling. De voorbije decennia liep het politieke debat langs de contouren van klassieke ideologische breuklijnen. We hadden de zuilen en met hen: een keurig afgebakend en georganiseerd meningsverschil. De burger had de vrijheid een kleur te kiezen en van a tot z te onderschrijven. Elke vier of vijf jaar mocht hij of zij de gelofte van getrouwheid vernieuwen.
Die tijd is voorbij. De burger laat zich niet meer in een hokje drummen. Voor één standpunt leunt hij aan bij partij X, voor een ander bij partij Y en nog een ander zet hij zelf in de markt via social media of een burgerinitiatief. De onvrede bij mensen komt niet van een falende democratie, maar van de ervaring dat bestaande instrumenten ontoereikend zijn geworden. De vrije keuzes en creativiteit waarmee ze meerwaarde creëren in hun eigen en andere levens, willen ze ook gebruiken voor de publieke zaak. Ze kloppen op de deur van de politiek om meer te mogen participeren.
Aan de mondige burger zal het dus niet liggen: il est arrivé. De inspanning moet nu komen van de overheid en de politieke partijen. Het is aan ons om de relatie te herstellen. Precies daarom investeren wij liberalen in betekenisvolle burgerparticipatie en experimenteren we met democratische vernieuwing. Sven Gatz steekt veel op van zijn burgerkabinetten. In het stadsdistrict Antwerpen wordt elk jaar een burgerbegroting georganiseerd en in centrumsteden Mechelen en Kortrijk hebben ze budgetgames.
Maar we kunnen veel verder gaan. Onze nota Burgerparticipatie, met daarin 10 concrete voorstellen, geeft alvast een voorzet aan politiek én burger. Waarom geen Vlaams minister van Participatie in de volgende legislatuur? Waarom formele adviesraden niet vervangen door burgerinitiatieven van onderuit? Waarom geen burgertops rond cruciale thema’s? Of sterker, waarom geen burgers betrekken bij de opstelling van de meerjarenbegroting? Een Vlaamse burgerbegroting.
Directe democratie is géén schaamlapje voor de kloof tussen burger en politiek. Het gaat zowel om meer legitimiteit als om meer kwaliteit en efficiëntie. Daarom mag je deze instrumenten niet lukraak toepassen. Vraag dat maar in Californië, dat zich met onbesuisde directe democratie ei zo na in een bestuurlijke chaos stortte. Als je het doet, moet je het goed doen. Daarom bevat onze nota ook richtlijnen met belangrijke randvoorwaarden: geef burgers meer impact. Real money, real power. Maak duidelijke afspraken over wat we willen bereiken en hoe. Creëer m.a.w. de juiste verwachtingen. Trek er voldoende tijd en middelen voor uit. Een professionele omkadering is een absolute noodzaak. En zorg ervoor dat iedereen mee aan tafel kan schuiven. Ook – en vooral – voor wie de drempel hoog is.
Wij zijn helemaal vóór verkiezingen. Vóór een parlement. Onze liberale democratie staat nog steeds op stevige fundamenten. Internationaal opinieonderzoek spreekt tegen dat de houdbaarheidsdatum ervan in zicht is. Integendeel. Mensen willen meer. Soms scheldend, vaak roepend en af en toe fluisterend is hun boodschap: geef ons een upgrade. Geef ons een goede mix van directe en representatieve democratie en we zullen die mix leren waarderen en juist hanteren.
De toekomst is niet meer of minder onzeker dan vroeger. Wie het tegendeel beweert, produceert ruis. Onszelf dat soort fatalisme aanpraten, creëert iets wat veel gevaarlijker is: schrik dat de toekomst ons zal overkomen, eerder dan dat wij haar mee vorm kunnen geven. We zeggen daarom luid en duidelijk: de democratie ligt niet op haar sterfbed, maar vervelt tot een nieuwe, verbeterde versie. Met onze nota starten we de reboot.
Lees hier de conceptnota Burgerparticipatie die ik indiende in het Vlaams parlement deze week.
*Een korte versie van dit stuk verscheen eerder als opinie op De Morgen Online.