25 mrt Interview – Verstrenging coronamaatregelen

Schriftelijke neerslag van interview door Linda De Win in Villa Politica, 24 maart 2021
Willem-Frederik Schiltz, fractieleider van Open Vld, die was daarnet toch niet te spreken over die uitspraak van minister Weyts, ja, u was bijzonder boos omdat hij zei: de Ikea mag openblijven, maar de scholen moeten sluiten, u vond dat geen gepaste uitspraak?
WF: “Nee, ik denk niet dat het vandaag gepast is om te zeggen dat we kinderen treffen om de economie te redden. Dat is zeker en vast niet het geval, stel dat we alle winkels zouden sluiten, dan worden onze straten bevolkt door de camionnetjes van bol.com en daar denk ik, wordt ook niemand vrolijk van. Nee, ik denk dat het overlegcomité goede maatregelen heeft genomen, u hebt ook de minister-president gezien die zijn leiderschapsfunctie opneemt, ook beslissingen verdedigt. En daar stond het optreden van minister Weyts toch wel in schril contrast tegen ja.”
Ja, u noemde hem zelfs deloyaal he?
WF: “Ik heb gezegd dat zijn uitspraak onbetamelijk was, omdat het niet correct is, en dat het ook in de huidige omstandigheden echt niet past om te liggen schieten op de ene of de andere, we zien politici van verschillende partijen die hun uiterste best doen om goede, belangrijke en moeilijke maatregelen te nemen, om die af te wegen tegenover elkaar om ervoor te zorgen dat die ook zo minst mogelijk pijn doen maar wel zo efficiënt en zo werkzaam mogelijk zijn, en dan is dat inderdaad een beetje vreemd als een minister daar zo, nogal heftig tussen komt fietsen met een heel eigen agenda blijkbaar.”
Ja, is dat dan een beetje huppelen op twee benen, want minister-president Jambon, daar was u wel lovend voor. Voor die de maatregelen ook moet verdedigen he, en dan komt er een andere N-VA minister dat een beetje tegenspreken, is dat huppelen op twee benen?
WF: “Wel, ik ga daar geen waardeoordelen over vellen..”
Waarom niet?
WF: “Ik weet niet wat het is omdat ik dat niet kan inschatten.”
Maar u ziet toch wat er gebeurt?
WF: “Ik heb alleen hem bezig gezien en ik heb hem daarop aangesproken en ik heb ook gezien dat in zijn repliek, minister Weyts al een pak rustiger was en terug meer de verzoening opzocht, dus ik begrijp ook wel dat ministers voor hun departement willen vechten. Maar het was een, hoe zal ik zeggen, een corrigerende oproep om vooral solidair en schouder aan schouder te blijven strijden om de opstoot in het virus nu de baas te kunnen.”
Ja, wie nog een beetje oppositie, als ik het zo mag noemen, voert, dat is ja, de voorzitter van uw zusterpartij he, meneer Bouchez, oei, u draait al met de ogen, maar hij zegt: ja, deze lockdown, dat is een driedelige mislukking, heeft hij dat genoemd. Wat doet u met zo’n zusterpartij?
WF: “Gelukkig, of dat is gemakkelijker voor mij, zal ik het zeggen, hoef ik er van hier, uit het Vlaams Parlement, weinig commentaar op te geven, ik denk dat het vandaag voor partijvoorzitters raadzaam is om een zekere terughoudendheid te hanteren, om kalm te blijven. En Bouchez heeft een beetje een ontvlambaar karakter, dat weten we, dat is een beetje een enfant terrible. Maar ik denk dat de premier daar ook wel de nodige stappen zal ondernemen om ook daar de kalmte te bewaren.”
Ja, maar u zit er wel mee in de federale regering. En dat zorgt, kan ik mij voorstellen, toch een beetje ook voor onrust en wrevel daar, het bevordert het klimaat toch niet?
WF: “Wel, als ik vandaag in de oppositiepartijen hier in het Vlaams Parlement, Vlaams Belang en PVDA heb bezig gehoord, dan denk ik dat het met Bouchez nog heus heel goed meevalt en dat hij ook wel..”
Maar hij zit wel in de regering, zij zitten in de oppositie.
WF: “Dat is waar, en er worden ook beslissingen genomen met MR, dus ik maak mij daar niet te veel zorgen over.”
Ja, maar waar zit dan het verschil tussen een minister van onderwijs Weyts hier en meneer Bouchez?
WF: “Wel, ik kan alleen spreken vanuit dit parlement mevrouw De Win. Ik zit hier en ik hoor minister Weyts die dingen zeggen en dus reageer ik daarop. Het is aan mijn collega’s in het federale parlement en aan de regeringen daar om daar ook gepast mee om te gaan, ik denk niet dat u zomaar een vergelijking kan trekken tussen meneer Weyts en Bouchez, het is sowieso al moeilijk om mensen in verschillende omstandigheden met elkaar te vergelijken. Het belangrijkste is dat ik een overlegcomité heb gezien dat een aantal duidelijke sporen van beslissing hebben genomen, een aantal duidelijke pistes, de scholen, de winkels, de contactbubbels, ik denk dat dat helder is, en het is zoals heel veel politici al hebben gezegd maar als we vandaag niet ingrijpen, dan missen we die belangrijke deadline in mei en ik denk dat iedereen daar heel erg naar snakt om dan, wanneer de lente in het land is, ook terug de vrijheid te kunnen voelen.”
Ja, u zegt: het is goed dat er duidelijke maatregelen zijn genomen, maar maakt uw premier en dat is de premier van uw partij, ook al zit die aan de overkant, maakt die eigenlijk wel een goede beurt want de kappers moeten nu opnieuw sluiten, contactberoepen ook, terwijl hij had gezegd: nee nee, als we ze opendoen, dan blijven ze open.
WF: “Ja klopt, dat is heel vervelend..”
Een paar weken later is het al zover, moeten ze terug toe.
WF: “Dat is heel vervelend. Ik denk alleen dat Alexander De Croo daar absoluut niks aan kan verhelpen, dat heeft te maken met de Britse variant, we hadden niet verwacht dat die toen die beslissingen genomen werden, dat die zo ging woekeren en woeden in onze contreien en in de politiek die met zo’n crisis gepaard gaat, hij heeft daarmee willen zeggen, ben ik heel zeker van: wanneer die kappers opengaan, dat we dat heel voorzichtig hebben gedaan en goed gekeken ofdat alle cijfers niet een beetje goed maar heel goed waren en dat waren ze op dat moment. Dus ja, hoe zal ik het zeggen, niemand kan verantwoordelijk zijn voor dingen die onvoorziene omstandigheden waren. En dat is heel hard voor de kappers nu, dat beseffen we ook wel, vandaag in het debat hier is ook duidelijk aangegeven dat al wie nu terug in de klappen deelt opnieuw heel snel zal geholpen worden.”
Ja, maar u zegt: hij kon dat niet voorzien maar moet je dan niet voorzichtiger zijn, de communicatie, moet je dan zoiets niet beloven?
WF: “Dat is achteraf natuurlijk, het is dat je achteraf alles van tevoren weet mevrouw..”
De coronacrisis is niet nieuw he.
WF: “Nee, dat is zeker niet nieuw, maar het is dat, achteraf weten we het allemaal, maar op dat moment zelf is het de beslissingen nemen op basis van een wetenschappelijke gegevens waardat specialisten vaak ook nog over discussiëren, dus niet op basis van zekerheden, en moet je ook rekening houden met een maatschappij die nog vooruit moet kunnen.”
Ja, maar zij hebben wel gezegd vorige vrijdag, niet, zij hebben wel, ja, maar zij hebben toen wel gezegd: de kappers, de experten, die waren niet voor de heropening van de contactberoepen en de kappers he?
WF: Geen reactie.
En vorige vrijdag hebben ze gezegd van: er moet nu al verstrengd worden, en pas nu komen er verstrengingen.
WF: “Ja, goed, we hebben twee dagen even gekeken naar het verdere verloop van de cijfers. De beslissing is nu genomen, dus dat heeft weinig zin, om op die paar dagen te blijven verderharken, ik begrijp dat dat heel frustrerend is voor die contactberoepen, maar daarnaast staat ook een ganse maatschappij, staat de horeca, die al dicht is, al bijna een jaar. In bijna lockdown is. En zijn er tal van beroepen die hun beroep niet kunnen uitoefenen, dus ik denk dat de impact zeer groot is en ik heb alle begrip voor de contactberoepen, maar zij zijn niet de enigen. Ik denk dat de focus moet blijven: de intensieve zorgen, minister-president heeft het terecht aangehaald, de cijfers stijgen daar exponentieel, ook in het onderwijs staat het water aan de lippen, ook bij het onderwijzend personeel.”
Ja, maar nog eens terug op die communicatie, want de mensen raken gemotiveerd als ze 1 ding horen en dan een paar weken daarna gaat het toch niet door, of moet er opnieuw iets gesloten worden, nu wordt gezegd: het gaat vier weken duren. Is dat verstandig om zoiets te zeggen, want we weten niet, zoals u ook al gezegd hebt, we weten niet hoe het virus zich gaat ontwikkelen, is het verstandig om dat nu al te zeggen, kan men niet beter een slag om de arm houden?
WF: “Wel, ik denk exact dat dat gebeurd is, u hebt absoluut gelijk he. Ik denk dat niemand gezegd heeft, geen enkel politicus: die datum, gaat de maatschappij volledig terug open, er is een richtdatum..”
Ze hebben wel gezegd en de minister-president heeft ook gezegd: beperkt in de tijd heeft hij gezegd, vier weken.
WF: “Ja beperkt, uiteraard beperkt in de tijd, en het uitzicht is vier weken nu volgens..”
Maar wat als de cijfers slecht blijven, wat dan?
WF: “Die vraag is ook beantwoord. De maatregelen die vandaag genomen worden, die worden morgen door wetenschappers in hun modellen gestopt, om te kijken welke impact op cijfers, op besmettingen, op intensieve zorgen, zullen deze maatregelen hebben. Wanneer we dat weten, dan kan je ook zien in de tijd, tot op welk punt of vanaf welk punt de cijfers laag genoeg zijn om dan terug te kunnen beginnen denken aan versoepelingen. Dus dat zal nu de komende dagen heel duidelijk worden. Hoe accuraat dat die inschattingen zijn, maar daar zijn geen staalharde beloften gemaakt: op die datum gaat de maatschappij open. Maar we kijken wel in een bepaalde richting met een bepaalde horizon. Je kan nooit helemaal zeker zijn maar tegelijkertijd moet je als beleidsmaker ook perspectief bieden, want niemand is bereid om zomaar blind te varen en te zeggen: we zullen wel zien. En een afweging tussen die beiden dat is aartsmoeilijk, en ik bewonder de leiders, dames en heren van dit land, die dat naar godsvrucht en vermogen en in alle, met hoe zal ik het zeggen, met alle sereniteit proberen te doen vandaag.”
Ja, u hoort te spreken over godsvrucht, maar dus het moet in uw woorden dan eerder zijn: misschien. Op 26 april, dat is verstandiger om het zo te zeggen?
WF: “Dat is de datum waarnaar gekeken wordt. En..”
Maar met een misschien erbij?
WF: “En ik hoop dat we die kunnen halen en dat de modellen die nu uitgerold worden dat ook zullen bevestigen en dan is het zaak van allemaal flink ons best te doen.”
Oké, ik onthoud toch 26 april met een beetje een slag om de arm.
WF: Duimgebaar.
Ja, duimen.