19 jan Advies RvS over Oosterweel biedt ook kansen

(Hieronder vindt u ook een video van de tussenkomst)
Collega’s, ik ben niet tussengekomen tijdens het debat, en dat was een heel bewuste keuze omdat ik vind dat het tijd wordt om tijdens zo’n debat naar elkaar te leren luisteren. Als het nu vastzit, dan komt dat doordat we dat te weinig doen. De auditeurs hebben inderdaad vastgesteld dat de tracés niet gelijk werden onderzocht. Dat is een probleem en daarmee zouden we vele jaren tijd kunnen verliezen. Maar als er hier en daar wordt gezegd dat actiegroepen onverantwoord en onbetrouwbaar zijn, dan is dat geen goed begin. Als hier vandaag ook weer een hoop verwijten heen en weer worden geslingerd, dan is dat ook geen goed begin van een oplossing.
Het is niet de schuld van de actiegroepen dat het dossier lang aansleept. De actiegroepen waar het hier over gaat, zijn geen onruststokers, het zijn ook geen dwarsliggers, neen, het zijn burgerbewegingen die met alternatieven komen aanzetten. Zij zeggen niet: not in my backyard, het is nooit genoeg. Neen, ze komen zelf met constructieve oplossingen aanzetten.
Het parlement en de politici vragen toch dat onze burgers kritisch zijn, dat ze geëngageerd zijn, dat ze met ons meedenken. Wel, dat hebben ze hier gedaan. Ze hebben alternatieven voorgesteld. Ze hebben zich wel verzet tegen een ongelijke behandeling van hun alternatieven tegenover het voorkeurstracé. Het lijkt er nu op dat ze van de auditeurs gelijk hebben gekregen. Collega’s, de mogelijke vertragingen en het aanslepen van dit dossier komt door de oogkleppenpolitiek van het verleden. Door te lang stug vast te houden aan het eigen grote gelijk, komen we geen stap verder.
Minister, meer dan een jaar geleden stond ik hier om u te vragen om af te stappen van dat grote gelijk, om de hand te reiken aan de actiegroepen, met open geest te blijven zoeken naar oplossingen en de alternatieven te bekijken. We hebben u ook gevraagd om een intendant aan te stellen, een tussenpersoon om te bemiddelen. Die tussenpersoon zou met de actiegroepen moeten zoeken naar de snelste en beste oplossing voor die gordiaanse knoop. Dat hebt u met succes gedaan. De intendant levert knap werk en maakt vooruitgang. Er is ondertussen een verstandhouding met de actiegroepen en er wordt een stukje eigen gelijk losgelaten.
Het eerste is echter niet gebeurd. De alternatieven zijn niet gelijkwaardig onderzocht. Vorige week stond ik hier ook om aan de minister-president een vraag te stellen, want hij had iets interessants gelanceerd: the right to challenge, het recht om de overheid uit te dagen. Dat past binnen de bredere opvatting die ondertussen gelukkig gemeengoed aan het worden is in dit parlement en bij de regering: we hebben nood aan meer participatie, de burgers serieus nemen, hun kwaliteiten inschakelen om van ons beleid een sterker beleid te maken.
Wel, minister, u bent uitgedaagd. De vraag is nu hoe u met die uitdaging omgaat. Dat kunt u op twee manieren doen. Ofwel blijven we halsstarrig vasthouden, wat de Raad van State ook beslist, we huren een sjiek advocatenkantoor en we zeggen: search and destroy, we zullen en we moeten, no matter what the cost. Ofwel bekijken we alle opties en alle oplossingen op gelijke voet. Voortdoen met een voorkeurtracé als vanuit de Raad van State zou blijken dat de verschillende opties niet op gelijke voet zijn vergeleken, is een fout signaal. Daarmee zouden we eigenlijk zeggen: burgers en actiegroepen, we willen dat u zich engageert, we willen dat u geen roepers bent, maar dat u actief mee naar oplossingen zoekt, maar wat je ook zegt, we doen toch onze goesting. Dat is een slecht signaal.
Wie oprecht van mening is dat we mondige burgers moeten hebben, dat we onze burgers sterker willen maken, die betrekt hen bij het beleid met een open visie. Die blijft weg van wedstrijdjes armworstelen, die stopt met spierballen te rollen, die stopt ermee politici en burgers op te delen in kampen van winnaars en verliezers, die stopt ermee conflicten te zoeken, neen, die zoekt naar oplossingen door naar elkaar te luisteren, echt luisteren.
En er zijn oplossingen, minister. Er zijn oplossingen, maar er is weinig tijd. Daarom is nu het moment aangebroken om los van de uitspraak van de Raad van State – want als het tegenvalt, dreigen we heel veel tijd te verliezen – ook eens verder te kijken naar wat we nu moeten doen. Collega’s, ik heb vanop mijn bank heel goed geluisterd. Ondanks de schermutselingen hier en daar zijn er toch een aantal dingen die naar boven komen. Er is de druk om nú iets op te lossen. We staan nú in de file. En zelfs al zou de Raad van State niets vernietigen, dan nog ligt die Oosterweelverbinding er morgen niet, maar het stelt wel duidelijk hoe problematisch dit dossier is.
Er zijn een aantal oplossingen die misschien nu al soelaas kunnen bieden. Ik geef een aantal voorbeelden. De versnelde aanleg van de A102, de verbinding in het noorden, zou een pak verkeer van de ring kunnen houden. Wij denken dat dat zo is. Bovendien zullen ook tijdens de werken de files nog vergroten en kan die A102 een oplossing bieden.
Een tweede punt is de intendant. We hebben nu een intendant. Die levert goed werk. Die is onafhankelijk, objectief, creatief, geëngageerd. Die zorgt dat er voor stukken van dit probleem al een oplossing komt. Waarom breiden we zijn opdracht niet uit en laten we hem niet ook zoeken naar een oplossing voor de derde Scheldekruising?
Ik concludeer, collega’s. Wie samen vooruitgaat, gaat sneller vooruit. Wie soloslim probeert te spelen, wordt pootje gelapt. Het is de hoogste tijd om de Oosterweelknoop te ontwarren en om alternatieve oplossingen op gelijke voet en eerlijk met elkaar te vergelijken. Ik denk dat met een open vizier tot een breed gedragen oplossing komen, de enige manier is om mobiliteit, leefbaarheid en de Vlaamse welvaart te verzekeren. Ik dank u.