02 jan Blog – Oud en nieuw

Het is onvermijdelijk. En ook gezond. Om zo eens per jaar terug te kijken en ook vooruit te kijken. Een beetje bezinning ook. Maar liefst zonder een lawine aan clichés. En dat is niet zo simpel.
In tijden waar een constante stroom aan meningen en standpunten over grote en kleine dingen het media-consumentisme tot duizelingwekkende hoogten stuwt is het moeilijk om bedachtzaam en genuanceerd te zijn. En dat mis ik vaak. De tijd en ruimte om in de diepte te graven. En nadien het waardevols dat daar opgedolven wordt te vertalen naar heldere boodschappen. Daar is geen tijd noch interesse voor.
Maar even terug naar het afgelopen jaar. Gedomineerd door een pandemie en de zoektocht naar manieren om die te lijf te gaan, of voor sommigen naar manieren om die manieren dan weer te omzeilen. Het is dezer dagen om evidente redenen quasi onmogelijk om ons licht her en der op te steken. Om de temperatuur te meten. Enkel de sociale media met haar echoënde kamers rest ons nog. Dat virtueel isolement deed mij soms als een eenzame walvis in een lege oceaan voelen: van mijn uitgestuurde sonarsignalen kaatste amper wat terug. Dat semi-isolement eist zijn tol. En ik kan me enkel maar inbeelden op basis van enkele berichten die me bereiken, hoe veel erger het voor velen moet zijn. En dat doet nadenken. Dat dwingt ons om stil te staan bij hoe we naar een aantal dingen kijken. Ouderenzorg, de limieten van de woonzorgcentra zijn bereikt. De vraag naar individuelere en menselijkere woon- en leefomstandigheden in de laatste fase van ons leven is niet weg te denken. Ons beeld op de overheid. Los van ideologie kunnen we niet voorbij aan een gedegen en kritisch herdenken van de slagkracht die we ervan verwachten. Onze gezondheid en veiligheid maar ook onze vrijheid. Hoe gaan we met dat spanningsveld om? Hoe doet ons onderwijs het? Welke taken van opvang leggen we impliciet bij onderwijs?
Hoe zit het met de open ruimte? We zijn massaal de natuur in getrokken. Maar wat met mensen die geen eigen tuin hebben? Etc etc… Ik weet het. Veel open deuren. Maar het zijn wel die deuren die we door moeten en waarover we het met mekaar moeten hebben.
Gedwongen tot bolsteren, zowel professioneel als privé, heb ik in 2020 toch ook bijzonder waardevolle dingen beleefd. De samenwerking met een aantal collega’s werd intenser. Een crisis brengt vaak ook het beste in mensen boven. En sowieso is het boeiend en leerrijk om te zien hoe ieder er anders op reageert. Ook persoonlijk. Zelden heb ik mijn gezin zo veel gezien. Ook thuis laaide de intensiteit op. Vaak heel fijn maar ook soms met conflicten. Met een vleugje schroom beken ik dat mijn gezin mij vaak meer gedragen heeft dan ik hen. Ik ben onder de indruk hoe vrouw en kind op sommige vlakken flexibeler of taaier waren dan ikzelf. Of de impact anders ervoeren.
Zoals zovelen blijven we flink. We volgen de regels. We zijn solidair, uit welbegrepen eigenbelang en uit altruïsme. Maar we zijn het ook zoals zo velen beu. Maar goed. Het kan niet anders. Dat besef wordt scherp wanneer mensen in je omgeving overlijden aan de gevolgen van Corona of wanneer je hun portretten leest. Naast de bezorgdheid voor de fatale dreiging zijn het ook vaak kleine dingen en kleine verhalen die maken dat we weer verder kunnen of die tonen hoe mensen voor elkaar het verschil kunnen maken.
Kijken we even vooruit. Want we weten: na de winter komt de lente. Ook voor de maatschappij, de economie, het sociale leven… Alleen zal de lente niet vanzelf komen. Vooral als je dan nog eens bekijkt welke gigantische schuldenberg, nodig om de impact van de crisis te milderen, op ons af komt. Als je die bedragen noemt zie je de meeste mensen “1, 2, veel”, denken. En ook daar moeten we over denken. Hoe gaan we dat betalen? Hoe vermijden we dat we in het schulden-moeras verzuipen?
Een beetje blijven doen wat we altijd doen gaat niet werken. De oude recepten werken niet voor de enorme uitdagingen waar we voor staan. Het zal erop aankomen om de innovatie-turbo in te duwen. Om van onderuit, van links naar rechts, van boven naar onder, en binnenste buiten te herdenken hoe we de dingen aanpakken. Door goed naar elkaar te luisteren en met elkaar te praten. Ik denk dan aan dingen als wat we willen dat de overheid doet, en wat bedrijven kunnen bijdragen, en vooral wat burgers zelf kunnen. Wat is een rechtvaardige verdeling? Hoe moeten de belastingen eruit zien om die rechtvaardige verdeling en de omslag naar een duurzaam systeem mogelijk te maken?
Meer duurzaamheid. Daar droom ik van voor 2021. Het is een woord waar je een boek over kan schrijven. Maar denk voorlopig aan “volhoudbaarheid” of “genoeg, voor iedereen, voor altijd en overal”. Klink wat utopisch? Wel, we zullen toch een pak verder vooruit moeten kijken om ervoor te zorgen dat onze kinderen na ons een beetje kunnen aansluiten bij de welvaart die we hen wensen.
En om zo’n veranderingen in gang te trekken en in goede banen te leiden zullen we ook een ander soort politiek nodig hebben. Een ander soort leiders. Het potentieel is er. Vraag is nu hoe we ook daar de nodige veranderingen kunnen doorvoeren zonder onze democratische rechtsstaat in het gedrang moeten brengen.
De grote veranderingen die nodig zijn om ons uit de crisis te trekken vereisen een ander soort leiderschap dan we vandaag kennen.
Ik kijk halsreikend uit naar de verlichting die de vaccins kunnen brengen en de momenten dat we na de storm ons hoofd weer kunnen buiten steken. De schade kunnen opmeten en aan de slag kunnen gaan.
Ik kijk uit naar de momenten dat we het gemis aan nabijheid kunnen laven met de waarde ervan, wanneer het weer kan.
Ik kijk er naar uit om wat ik geleerd heb, wat ik gezien en gehoord heb, wat ik ken en wat ik kan, in te zetten om de pijn te lenigen van zij die getroffen zijn en om de veranderingen naar een duurzamer en robuuster samenleven – in het klein en in het groot – met een ander leiderschap mee op gang te trekken. Ik hoop dat jullie de komende jaren mee aan de kar trekken. Laat je stem horen. Van ver of dichtbij. Laat je hart spreken. En koester hoop.
Ik wens jullie een gelukkig nieuw jaar.