10 sep Ringland heeft te lang in de wachtzaal moeten zitten

Het is het voorjaar van 2014 en het burgercollectief Ringland probeert met man en macht om hun plan onder de aandacht te brengen. De campagne is, net als nu, in volle gang en zowel bij politieke partijen als in de pers vinden zij een luisterend oor. Ringland is niet de eerste burgerbeweging die zijn stempel drukt op verkiezingen, maar het is een frisse wind. Ze verenigen en bieden veel mensen hoop met hun alomvattende en positieve voorstelling voor een Oosterweel oplossing.
Kort na de verkiezingen waren veel Antwerpenaren die zichzelf al op de ring zagen fietsen, zonnen of voetballen pessimistisch gestemd. Er was immers niet veel te bespeuren van een overkapping in het Vlaamse regeerakkoord. Als Open Vld hebben we vanaf dag één ruimte proberen te creëren en een traject met de actiegroepen op poten te zetten. Uiteindelijk is dat gelukt in de vorm van Overkappingsintendant Alexander D’Hooghe.
Het is nu een verkiezing later en ‘de eerste spade is in de grond gestoken’, er is een intendant ingevlogen en er is een planning om de ring eindelijk te overkappen.
Maar dit was een zeer moeizaam en langdurig proces. We zijn er als Open Vld politici én als burger heilig van overtuigd dat de rol van burgers onderbenut en onderschat wordt. Dat politiek en bestuur de creativiteit, expertise en ervaring van burgers te vaak links laat liggen. Deze burgerexpertise is het vuur geweest onder de uiteindelijke uitkomst en oplossing voor de overkapping van de Antwerpse ring. En eerlijk gezegd, het heeft te lang geduurd voordat Ringland en anderen burgerwegingen een waardige plek aan tafel kregen. Het is duwen en trekken geweest om ze daar te krijgen. Het is hard werken om, ook van binnenuit, de burger zijn plek aan de beleidstafel te geven. Een strijd die we bij elke kans die we krijgen met volle overtuiging voeren.
Ook als het vraagstuk ingewikkeld is en juist als het grote en complexe projecten zijn, is het ontzettend belangrijk dat er een constructief en participatief proces is. In plaats van negatieve juridische procedures te voeren, moet er een ‘bottom-up’ enthousiasme ontstaan, een wederzijds respect en een luisterend oor om tot een vruchtbare samenwerking te komen tussen burger, politiek en bestuur. Wetenschappelijk onderzoek toont keer op keer aan dat betekenisvolle burgerparticipatie in complexe projecten niet alleen essentieel is om een breed draagvlak te creëren, maar ook de projecten op zich verbetert. We moeten dus gebruik maken van al die kennis en ervaring, van deze burgerexpertise. Ze ligt voor het grijpen. Burgerparticipatie en beleidsefficiëntie zijn geen tegenpolen. Integendeel: ze versterken elkaar.
In navolging van de overkappingsintendant in het Oosterweeldossier, moet voor Open Vld steevast gekozen worden voor een participatietraject met een intendant bij belangrijke beslissingen. Zoals Ringland en andere burgerbewegingen in de wachtzaal hebben moeten zitten, mag in het vervolg niet meer gebeuren. Herbestemmingen, mobiliteitsplannen, hervormingen en dergelijke moeten steeds starten met een grondig en degelijk participatietraject bij aanvang van de planningsprocedure. Dat dit projecten enkel versterkt en versnelt, zie je bij voorbeeld in Maastricht. Daar werd met inbegrip van een intensief participatietraject de ring overkapt om 10 jaar tijd, van plan tot oplevering.
Als je dit goed wilt doen, dan moeten een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. Ten eerste, de stem van burgers moet impact hebben. Alles staat of valt met hen serieus te nemen. Je kan geen advies vragen om het vervolgens naast je neer te leggen. Ten tweede, een sterke kwaliteitsbewaking vergt voldoende tijd en middelen. Hierbij is professionele omkadering nodig. Ten derde, het is ook van belang om een goede dwarsdoorsnede van de belanghebbenden te hebben wanneer beleid samen met de burgers vorm krijgt. En tenslotte zijn duidelijke afspraken van belang zodat iedereen dezelfde verwachtingen koestert. Als dit niet zo is, kan participatie zelfs het omgekeerde effect hebben. Als je burgers betrekt bij het beleid, dan nemen hun verwachtingen toe. Als je dan geen resultaten boekt met hen, dan zal het wantrouwen enkel vergroten.
Transparantie, samenwerken en wederzijds vertrouwen zijn hierbij sleutel. Door burgers meer te betrekken, hen een rol te geven bij de voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van het beleid zal het vertrouwen in politiek en bestuur enkel toenemen. Betrokkenheid en transparantie zorgt ervoor dat beleid inzichtelijker wordt en maakt het voor iedereen duidelijk dat we onze democratie moeten koesteren. De nieuwe democratie zal participatief zijn of niet zijn.
Gisteren vierde Ringland met hun festival een marathonprestatie. Een viering van het moeizame en langdurige traject dat zij en andere burgerbewegingen hebben doorlopen. De obstakels die zij hebben moeten nemen, moeten we wegruimen. Politiek en bestuur mag er niet op rekenen dat alle geëngageerde burgers en burgerinitiatieven het uithoudingsvermogen hebben dat Ringland heeft getoond. Laat dit een les zijn. De toekomst van bestuur is er een waar de politiek, bestuur en de burgers samen aan de start verschijnen in hetzelfde team.
Willem-Frederik Schiltz & Philippe De Backer